Pelgrim

Gerlach vertrok na zijn bekering als pelgrim en boeteling richting het zuiden. Onderweg bezocht hij heiligdommen, dat wil zeggen plaatsen waar heilige mannen en vrouwen begraven zijn. Vanuit zijn jeugd in Maastricht was hij met het heiligdom van St. Servaas en derhalve met dergelijke plaatsen bekend. De pelgrimstocht van Gerlach langs de heiligdommen leidde hem uiteindelijk naar Rome. In deze stad bezocht hij diverse heiligdommen, waaronder de kerken waar apostelen, zoals Petrus, begraven waren. Hij werd ontvangen door de paus. Bij de paus noemde Gerlach zijn zonden. Hij vroeg aan de paus en de kardinalen dat ze hem de weg van de boetvaardigheid zouden wijzen zodat hij van zijn wonden kon genezen. De paus legde hem op zeven jaren lang boete te doen door in een hospitaal in Jeruzalem de armen te gaan verzorgen. Gerlach aanvaardde deze boete, kreeg de pauselijke zegen en vertrok. Bij zijn aankomst in het Heilige Land zocht hij het hospitaal van St. Jan waar armen en zieken werden opgevangen.

pelgrim st gerlach
Toen de zeven jaren verstreken waren, keerde Gerlach terug naar Rome langs dezelfde weg waarlangs hij gekomen was. Inmiddels was er in Rome een nieuwe paus, Adrianus IV. Hij deelde de paus mee dat hij de opgelegde termijn van zeven jaar boete tot een goed einde had gebracht. Gerlach wilde voortaan een religieus leven leiden en wilde van de paus horen welke weg hij daarvoor moest volgen.  De paus stelde hem verscheidene regels voor die heilige mannen ten behoeve van zowel monniken als van kanunniken hebben opgesteld. Maar Gerlach gaf aan dat hij die regels al volgde. Hij vastte het hele jaar door en leefde in een haren kleed en bad al regelmatig om vergeving voor zijn zonden te verkrijgen. In plaats van een klooster wilde Gerlach als kluizenaar gaan leven. De paus keurde dit goed en stuurde Gerlach terug naar zijn geboortestreek om er in eenvoud als kluizenaar te leven. Gerlach keerde blijmoedig terug naar het heuvelland met een brief van de paus op zak en een bul, op naam van Adrianus IV, waarin de goedkeuring om als kluizenaar te leven was vastgelegd. Brief en bul zijn in de loop der jaren verloren gegaan, maar mogelijk bevindt zich nog een afschrift van deze bul in Rome, in de archieven van het Vaticaan. We hopen door onderzoek naar deze bul of andere stukken meer te weten te komen over Gerlach en zijn missie als kluizenaar in het Geuldal.

 sint gerlach pelgrimsheilige

 St. Gerlach als pelgrimsheilige

Links: afbeelding van St. Gerlach als pelgrimsheilige in de St. Jacobskerk in Aken. Het is een glas-in-loodraam dat na de Tweede Wereldoorlog (1947-1948) is gemaakt door Heinrich Junker. Gerlach is één van de patroonheiligen van deze kerk (naast St. Jacob, St. Hubertus en St. Quirinus). In het raam is de tekst verwerkt: “St. Gerlach, leidt ons naar het eeuwige leven”. Hieronder: Jacobskerk te Aken met op de achtergrond de Vaalserberg (links) en Vaals (rechts).

jacobskerk aken



Na zijn dood ontwikkelde Houthem zich tot heiligdom en pelgrimsoord. Uit parochies in de omgeving van St. Gerlach trokken pelgrims tijdens het Octaaf rond zijn sterfdag (5 januari) naar St. Gerlach. In de octaafweek van 4 tot 11 januari komen dagelijks 300 à 400 pelgrims, voornamelijk uit de omliggende parochies, zoals uit Meerssen, Banholt, Berg en Terblijt, Schimmert en Valkenburg, individueel of in groepsverband, naar het Heiligdom. Voor hen worden er elke dag missen gehouden met gelegenheid tot reliekverering.  Op het 18e eeuwse pelgrimsvaantje hieronder is te zien hoe een processie van pelgrims het heiligdom van St. Gerlach nadert. Verder is er de pelgrimstocht van St. Gerlach met een metgezel naar het graf van St. Servaas in de Servaasbasiliek in Maastricht te zien en St. Gerlach in zijn holle eik die wordt bezocht door de duivel.

18e eeuwse pelgrimsvaantje